Elke wedstrijd duurt 25 (2x 12 1⁄2 ) minuten. Zowel het begin -, het rust- als het eindsignaal worden centraal gegeven.
Bij pupillen (D,E & F) wordt er in de rust van functie (én niet van vak) gewisseld, ongeacht het aantal doelpunten.
De E- en F-jeugd neemt eerst 12 strafworpen per team, spelen tot het wissel-(bel)signal, beginnen weer met 12 strafworpen en spelen dan de wedstrijd uit. De strafworpen worden niet meegeteld voor de einduitslag.
Aanvullende regels superspelers E- en F-jeugd:
E-jeugd: Bij een verschil van 5 doelpunten mag er een superspeler in het veld worden gebracht. Deze persoon mag scoren en mag ook door iedereen verdedigd worden (denk aan het organiseren van hesjes). Dit kan ook al in de eerste helft zijn. Zodra het verschil weer 4 doelpunten is, gaat de superspeler er weer uit.
F-jeugd: Er mag een (eerste) superspeler worden ingezet bij een verschil van 3 doelpunten. Naast deze (eerste) superspeler mag er bij de F-jeugd nog een 6e speler (tweede superspeler) vanaf 5 doelpunten verschil worden toegevoegd. Dit kan ook al in de eerste helft zijn. Zodra de trainers merken dat er een gelijkwaardige wedstrijd ontstaat kan men doorspelen. Zodra het verschil weer 4 doelpunten is, gaat de extra (tweede) superspeler er weer uit. (De regel voor het verwijderen van de eerste superspeler bij het teruglopen van het verschil naar minder dan 3 doelpunten blijft van kracht).
Na iedere ronde is er 5 minuten om te wisselen en op te stellen.
De eerstgenoemde ploeg in het programma heeft de vakkeuze en neemt de bal uit
Een team dat bij de rust nog niet gereed is wordt geacht niet te zijn opgekomen. De uitslag wordt dan 3-0 in het voordeel van de tegenpartij.
In afdelingen van vier ploegen wordt de stand opgemaakt na een halve competitie en volgt daarna de finale-wedstrijd en de strijd om de 3e plaats. De winnaar van de finale-wedstrijd is kampioen in de afdeling. Bij een gelijkspel in een finale-wedstrijd is regel 6.5 van toepassing. In afdelingen van 5 of 6 teams wordt géén finale gespeeld.
De plaatsing van de ploegen in de eindrangschikking wordt bepaald door:
Het aantal wedstrijdpunten
Het doelsaldo
Het meest gescoorde aantal doelpunten
Het onderling resultaat (indien er tegen elkaar is gespeeld)
Strafworpen
Strafworpen als genoemd in 6.5 vinden bij de wedstrijdleiding plaats
Protesten tegen beslissingen van de scheidsrechters worden niet aanvaard
Indien beide ploegen een tenue van gelijke kleur hebben dan dient de uitspelende (de tweede-genoemde ploeg) zorg te dragen voor reserveshirts
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de wedstrijdleiding